Handinstructie
U
heeft een plastisch chirurgische ingreep aan uw hand ondergaan. Voor een goed
herstel is het van belang dat u na de operatie bepaalde instructies volgt.
In
deze folder zijn de instructies, die specifiek voor u gelden, aangekruist.
U
bent geopereerd aan:
Carpaal tunnel syndroom
Dupuytren
Ganglion verwijderen
Tenolyse pezen
Triggerfinger
De 1e 6 weken mag met de geopereerde hand geen grote kracht
uitgeoefend worden, b.v. met grote kracht geknepen
worden. U kunt thuis alle activiteiten uitbreiden op geleide van de pijn ( en
evt. binnen de beperkingen van het gips). Douchen en in bad kan pas als de
hechtingen verwijderd zijn. Gips moet goed beschermt zijn en mag niet nat
worden.
WONDVERZORGING
Houdt u de wond of het verbanddroog.
Neemt u …. x per dag een handbadje (± 5 minuten); badje maken van lauw
water met b.v. Badedas, Sanex ofSunil.
U mag douchen.
1-2 x daags: betadine jodiumoplossing / zalf
/ zalfgaas op wond aanbrengen,daarna wond verbinden
met mepitel / lomatuell en hierop
gazen / absorberend verband aanbrengen en fixeren met bandafix
nr. 2
of 3 / ph-haft zwachtel.
Gazen tussen de vingers plaatsen.
Verbinden met een pleister, en deze dagelijks verschonen.
Het verband / de spalk laten zitten tot de volgende poliklinische
controle.
Uw hand rondom de wond / het litteken insmeren / masseren met calendula / nivea / vaseline.
Het verband mag er na 2 dagen af. Dan mag de wond ook nat worden.
GEBRUIK
VAN HULPMIDDELEN
Houdt u uw arm hoog met behulp van kussens en/of een mitella of een sling.
Houdt u ’s nachts de nachtspalk om.
BEWEGING
EN HOUDING
Haalt u regelmatig uw geopereerde arm uit de mitella om de schouder en
elleboog losjes te strekken, buigen en draaien. Probeert u rondjes te draaien
met uw pols.
Maakt u om het uur 5-10 x een vuist (duim er uit laten).
Strekt en spreidt u uw vingers om het uur, 5 -10 x. Gaat dit goed dan
kunt u de oefening uitbreiden naar ieder uur.
Lichte huishoudelijke werkzaamheden mogen worden uitgevoerd; maar u
mag geen zware dingen tillen.
Uw hand niet meer belasten dan 1-
Uw hand niet belasten.
Niet wringen.
Bij zwelling van uw handrug
De operatie gebeurt onder algehele
narcose. Afhankelijk van het aantal pezen, spieren en gewrichten dat geopereerd
moet worden kan de hele operatie een half uur tot drie uur duren. Er zijn
verschillende technieken beschikbaar om spieren te verlengen, verkorten of
verplaatsen. Sommige pezen kunnen eenvoudig doorgesneden worden. Andere mag je
niet zomaar uitschakelen en kan je beter verlengen. Ook het veranderen van de
route van pezen of het verplaatsen van pezen/spieren naar een plek waar meer
functie nodig is behoort tot de mogelijkheden.
Voor een goede balans moeten de gewrichten voldoende stabiel
zijn. Vooral de duim en soms de vingers of zelfs de pols kunnen zo nodig gestabiliseerd
worden. Dit gebeurt meestal door middel van het verstevigen van het
gewrichtskapsel. In zeldzame gevallen is het nodig om het gewricht definitief
vast te zetten.
Na de operatie zitten de hand en arm altijd in het gips om de
pezen/spieren rustig te kunnen laten genezen. Afhankelijk van het operatieplan
kunnen er meerdere kleine littekens op de onderarm, hand en vingers aanwezig
zijn. Er worden oplosbare hechtingen gebruikt. Operaties aan pezen en spieren
zijn weinig pijnlijk. Als er ook bot of gewrichten geopereerd zijn kan toch
pijnstilling nodig zijn. In de regel hebben patienten
vanaf de dag na operatie geen pijnstilling meer nodig en kunnen met het gips om
naar huis.
Gerelateerde afdeling(en):
Deze tekst informeert u over de revalidatie na een buigpeesoperatie.
U bent recentelijk geopereerd aan een buigpeesletsel
van uw hand. Deze folder informeert u over het verloop van de
revalidatieperiode. Om het genezingsproces na een buigpeesletsel
goed te kunnen begrijpen is kennis van de anatomie van de hand noodzakelijk.
Fig.
1
Elke vinger heeft twee buigpezen: een oppervlakkige en een diepe buigpees.
Beide pezen worden in de vinger omgeven door een gezamenlijke buigpeeskoker. Om de vinger goed te kunnen buigen moeten
beide pezen gemakkelijk ten opzichte van elkaar kunnen bewegen en soepel door
de buigpeeskoker glijden.
Bij het chirurgisch herstel van buigpeesletsel ontstaat er altijd in meerdere of mindere mate littekenweefsel. Juist de vorming van dit littekenweefsel kan problemen veroorzaken. Indien er teveel ontstaat, kunnen de pezen onvoldoende ten opzichte van elkaar of ten opzichte van de buigpeeskoker glijden. De vinger kan dan niet meer volledig gebogen of gestrekt worden.
Nabehandeling geschiedt met behulp van een zogenaamde Kleinertspalk.
Fig.
2
In de spalk wordt de vinger gebogen door het trekken van een touwtje/elastiekje
dat aan de nagel vastzit. Dit is nodig omdat u de vinger niet zelf mag buigen.
De gehechte pees kan dan scheuren. U mag de vinger wel zelf strekken in
de spalk. Het is zelfs zeer belangrijk dat u de vinger volledig strekt. Op deze
wijze is het mogelijk de gehechte pees te laten bewegen zonder dat er te veel
kracht op de peesnaad komt te staan. Als u de pees laat bewegen (glijden)
voorkomt u zoveel mogelijk verklevingen. Door
het uitvoeren van het oefenprogramma, dat in deze folder staat, kunt u het
genezingsproces gunstig beïnvloeden. U moet dit oefenprogramma zeer zorgvuldig
volgen.
Revalidatie
De gehele revalidatie duurt ongeveer drie maanden en beslaat drie periodes.
in elke periode vragen wij u (zo nodig onder begeleiding van de
fysiotherapeut) verschillende oefeningen te doen.
Eerste periode: 0 – 4 à 6 weken na de operatie
Na de operatie legt de chirurg een tijdelijke gipsspalk aan. Bij uw eerste
poliklinische afspraak maakt een medewerker van de gipskamer de definitieve
spalk, waarmee u direct moet gaan oefenen om het optreden van verklevingen te voorkomen. Deze spalk dient u dag en nacht
te dragen.
A. Oefeningen in de spalk
Oefenfrequentie: elk uur (overdag)
iedere oefening 10x herhalen
Oefening 1
Uitgangspositie: Ontspannen houding van de hand, waarbij de vinger(s) door
het touwtje gebogen wordt.
1. Strek de vingers volledig en zorg dat de nagels tegen de spalk
aankomen (Fig. 3).
2. Houdt deze stand twee tellen vast.
3. Ontspan de vingers; de touwtjes buigen de vingers vanzelf terug (Fig.
4).
Fig.
3 en 4
Oefening 2
1. Buig met behulp van de goede hand de vinger zoals in Fig
5. (spalk ontbreekt in de tekening).
2. Strek nu het eind- en middenkootje met de goede hand zo recht mogelijk en
houdt deze gestrekte positie twee tellen vast zoals in Fig. 6. (spalk ontbreekt
in de tekening).
3. Ontspan de vinger; het touwtje buigt de vinger vanzelf terug.
4. Doe dit ook met de overige vingers van deze hand.
Fig.
5 en 6
Aandachtspunten in de eerste periode:
Tweede periode: 4 à 6 - 8 weken
De plastisch chirurg beslist wanneer de spalk af mag. Dit is meestal 4 – 6
weken na de operatie. Als de spalk verwijderd is, mag u beginnen met het
zelfstandig buigen van de vinger. De gehechte pees is echter zwak. Daarom mag u
de vingers niet krachtig buigen. Indien de spalk nog gedragen wordt,
continueren van de oefeningen in de spalk. Zodra de spalk er af mag, begint u
met de oefeningen zonder spalk.
Oefeningen zonder spalk
Oefenfrequentie:5x per dag
iedere oefening 10x herhalen
Oefening 2 nu zonder spalk uitvoeren
Oefening 3
1. Houdt de vingers ontspannen en beweeg de pols rustig zover mogelijk naar
achteren; de vingers blijven daarbij ontspannen in licht gebogen stand (Fig.
7).
2. Houdt de pols twee tellen in deze stand vast.
3. Beweeg de pols rustig naar voren met de vingers ontspannen in gestrekte
stand.
4. Houdt de pols twee tellen in deze stand.
Fig.
7
Oefening 4
1. Buig rustig de vingers zover mogelijk.
2. Strek deze vervolgens. Streef ernaar dat u zover strekt, dat de onderarm en
pols in deze stand een rechte lijn vormen (Fig. 8). Dit zal niet meteen lukken.
3. Houdt deze stand twee tellen vast.
Fig.
8
Oefening 5
Bij deze oefening buigt de goede hand de geopereerde hand in
de gevraagde houding!
1. Neem onderstaande drie posities aan (Fig. 9) waarbij de goede hand de
geopereerde hand in de gewenste positie brengt.
2. Houd vervolgens de positie vast zonder hulp van de goede hand.
3. Houdt deze stand vijf tellen vast.
4. Ontspan de hand daarna.
Fig.
9
Oefening 6
1. Houdt de aangedane vinger net onder het middenkootje vast (Fig. 10).
2. Buig nu het middenkootje zover mogelijk.
3. Houdt twee tellen vast.
4. Strek vervolgens het middenkootje zover mogelijk.
5. Houdt twee tellen vast.
Fig.
10 en 11
Oefening 7
1. Houdt de aangedane vinger net onder het eindkootje stevig vast (Fig.
11).
2. Buig nu het topje zover mogelijk.
3.Houdt twee tellen vast.
4.strek vervolgens het topje zover mogelijk.
5.Houdt twee tellen vast.
Aandachtspunten in de tweede periode:
Derde periode: 8 – 12 weken
Oefenfrequentie: 5x per dag, iedere oefening 10x herhalen
Fig.
12
Oefening 9
1. Houdt de niet aangedane vingers gestrekt vast, leg de hand met de
handrug op tafel (Fig. 12).
2. Buig nu de aangedane vinger zover mogelijk in het eerste en
middenkootje en houdt twee tellen vast.
3. Ontspan de vinger
weer.
Fig.
13
Oefening 10
1. Neem met de aangedane hand opeenvolgend de onderstaande posities aan
(Fig.13).
2. Eindig met de hand weer helemaal recht.
3. Doe nogmaals hetzelfde, maar maak de hand na elke positie eerst weer
helemaal recht.
Aandachtspunten in de derde periode:
Twaalf weken na de operatie mag de hand normaal
ingeschakeld worden. Bij zware activiteiten (binnen het werk, hobby) en
sportactiviteiten moet u wel nog overleggen met uw therapeut of behandelend
arts.
Polikliniek
plastische, reconstructieve en handchirurgie