___________________________________Anatomie:
Als wij een beweging maken
met de arm zal zich in het schoudergewricht de kop bewegen in de kom.
De kop zit aan de bovenarm
en de kom die veel kleiner is bevind zich op het schouderblad.
Aan de bovenkant van het gewricht zit een botstuk (het acromion) van het
schouderblad en een belangrijk stevig ligament (een band en wel het ligamentum coracoacromiale). zie fig. 1 hieronder.
Deze 2 structuren vormen als het ware een dak boven het gewricht.
Tussen dit dak en de kop van de bovenarm bevinden zich pezen, de kapsel en een
slijmbeurs.
Als nu de ruimte tussen het dak en de kop van de bovenarm te
nauw wordt zal er inklemming plaatsvinden (impingement)
van de weke delen (spieren pezen, slijmbeurs en kapsel of banden).
|
We kijken
van de zijkant tegen het kommetje aan van een linker schouder. Dus links is
de voorzijde van het lichaam en rechts de achterzijde. En zien de 2 delen
waaruit het dak van het schoudergewricht bestaat. Het acromion en het rood
ingekleurde ligament (ligamentum
coracoacromiale). De kop en de bovenarm zijn dus weggelaten. Het labrum is een
kraakbenige ring om de kom die deze vergroot en door zijn flexibiliteit shock
absorberend werkt en bewegingen van de kop stuurt en daarmee toch ook zorg
draagt voor een stabieler gewricht . Het labrum is te vergelijken met een
meniscus in de knie. fig. 1 |
___________________________Oorzaken
(primaire aethiologie):
Deze ruimte kan te klein worden als
gevolg van:
Ook wordt wel aangenomen
dat de vorm van het acromion aanleiding kan zijn voor vergrote kans op
impingment. Clik hier voor het zien van deze vormen.
Ook kan vermoeidheid van de diepe schouderspieren {die
er voor moeten zorgen dat de kop goed in de kom blijft}, er voor zorgen
dat de kop tijdens activiteit niet goed meer door de cuff gecentreerd kan
worden en te ver naar boven wordt getrokken waardoor de ruimte te klein wordt
en inklemming optreed (secundair impingement; secundaire aethiologie)).
Hierdoor kan ontsteking (irritatie) optreden van de weke delen met als gevolg
pijn, bewegingsbeperking en krachtsverlies.
Vaak vinden we een "painful arc"
en vinden we pijn bij aanspanning van de spieren die betroffen zijn.
________________________Oorzaken (secundaire aethiologie)
netto effect van het niet goed centraal
blijven van de kop in de kom en een migratie naar ventraal craniaal (voor
boven)
Mijn ervaring is dat veel
schouderproblemen het gevolg zijn van een doorgemaakt trauma of de hierboven beschreven vermoeidheid.
Ook hier dus een disbalans tussen belastbaarheid en
belasting. Vaak zal dus wanneer
iemand voor het eerst met schouderklachten de praktijk bezoekt een goede kracht
en stabiliteit status moeten worden gemaakt om deze overbelasting in kaart te
brengen. Goede navraag over het gebruik van de arm tot nu toe en doorgemaakte
ongevallen en beoefende sporten is essencieel om de oorzaak te achterhalen. De
behandeling zal uiteindelijk om herhaling te voorkomen moeten besluiten met een
kracht/stabiliteit trainingsprogramma (preventie).
Verder is het belangrijk tijdens het passieve en actieve bewegingsonderzoek
middels subacromiale palpatie de crepitus en de mogelijk de tegen het acromion
oprollende bursa te voelen. Het aktiebve onderzoek kan goed in stand worden
bekeken. Voor het passieve onderzoek adviseer ik zijlig en als onderzoeker
staande achter de patient. Zowel de passieve rom als menig test kan in deze
poisitie worden gedaan. Enige ervaring in de juiste handvatting van de arm
(zekerheid bieden) is een vereiste om goede ontspanning en daarmee goede
bevindingen te verkrijgen en conclusies te kunnen trekken. Ook zorgvuldige
palpatie van de weke delen van het tuberculum majus massief en het verloop van
de cuff richting origo vanuit de insertie is belangrijk om de mogelijke
verhardingen fibroseringen en verkalkingen te kunnen waarnemen. Als deze
gevonden worden en deze voor uw gevoel samen hangen met het impingement en/of
pijn bij bewegen zijn frikties van dit weefsel zeer adequaat. In onze praktijk
komen juist veel patienten die al jaren last hebben van impingement klachten
(pijn en bewegingsbeperking) in de schouder. Frikties van deze weke delen
proliferaties en het aanleren van een intensief automobilisatie programma van
het glh gewricht etc blijkt zeer effectief !! Click hier voor meer informatie.
Op het nu volgende plaatje
ziet u hoe een inklemming plaats heeft van de weke delen tussen het dak en de
kop van de bovenarm.
|
De re. schouder van
voren. De slijmbeurs wordt bij het zijwaarts heffen van de arm onder het
ligament ingeklemd. Het processus
coracoideus is tevens een botstuk van het
schouderblad en is o.a. een aanhechtingsplaats voor het ligamentum coracoacromiale . Ook onder
het niet zichtbare acromion kunnen weke delen worden ingeklemd. |
Het impingement syndroom
zien we dus vaak vanaf
Er wordt geopereerd als er met de conservatieve methode
geen bevredigend resultaat wordt bereikt
click hier voor meer informatie.
Er wordt vaak conservatief nabehandeld
met goed resultaat Click hier voor meer informatie.
Bij het
onderzoek zullen vaak worden aangegeven in het vraaggesprek;
* Trekkende pijn zijkant
bovenarm beginnende net onder de schouder tot midden bovenarm.
*Pijn bij heffen van de arm
* Pijn in het begin eerst
na activiteit (bijv sport) later ook vaker gedurende activiteit en tot slot
meer continue pijn ook 's nachts.
* Pijn bij langer liggen op
de arm/schouder.
* Pijn bij langer de arm
naar voren en iets omhoog houden bijv. krant ophouden, autorijden
* Leeftijd tussen 30/40 en
70++ , vaak weinig fysiek actieve mensen, plotselinge toename schouder
belastende activiteit
Bij het
bewegingsonderzoek zal te zien of te vinden zijn;
* Een "painful arc"
tussen de 60 en 130 graden praktisch normale rom. veelal wel eindstandige pijn
bij flexie en abductie met overpressure.
* Krachtsverlies/zwakte bij bepaalde bewegingen, en pijn bij
bepaalde bewegingen tegen weerstand.
* Uitwijkbewegingen bij het heffen (flexie of abductie)
van de arm om de pijn te ontwijken. Via een gecombineerde exorotatie zal minder
inklemming optreden omdat het tuberculum majus naar buiten en achter wegdraaid
en zodoende veel minder conflict heeft met het acromion.
* Pijn in de eindgrens van abductie
en flexie.
Enkele test bewegingen
kunnen het impingement syndroom bevestigen. De Hawkins
en de de Neer test kunnen worden gedaan om het
inklemmen van weke delen tussen het ligament en/of het acromion aan te tonen.
Uit een onderzoek blijkt de
Hawkins test inderdaad het subacromiaal impingement
te testen. Bij een gelijktijdig aanwezige positieve Neer moet ook andere
pathologie verondersteld worden.(1) Beiden zijn betrekkelijk valide inhet
opspren en diagnosticeren van subacromiale bursitis en
partieel en compleet cuff letsel van de
schouder(2)
* Mocht er geïnfiltreerd
worden met lidocaine (middel
tegen pijn) tussen het dak en de kop van de bovenarm dan zal er wel inklemming
optreden maar geen pijn meer bij het heffen van de arm. Dit middel wordt
gebruikt om de diagnose te kunnen stellen en andere pathologie te kunnen
uitsluiten (differentiaal diagnostiek) {zie plaatje infiltratie hieronder} dus als de patient direct na de infiltratie wel in staat
is de arm te heffen en voor de infiltratie niet, is het bewijs geleverd dat er
subacromiale irritatie is op basis van subacromiaal impingement.
|
Plaatje
infiltratie |
Een andere viesie op het
ontstaan van pijn in de schouder bij het heffen is een (primaire)
tendopathie die veroorzaakt wordt door circulatieproblemen (hypovascularisatie) van de pezen van de
schouderspieren (cuffspieren) en in het
bijzonder die van de suparaspinatus pees. De slechte doorbloeding en
degeneratie bevindt zich dan in de pees en meer aan de onderzijde dus het deel
dat niet direkt in kontakt komt met het acromion maar het deel dat onder trek
en drukbelasting staat bij de aanhechting van de supraspinatus pees bij de
aanhechting (aan de gewrichtszijde van de cuff).
Mechanical (extrinsic) and degenerative (intrinsic) factors are involved
in the pathogenesis of impingement syndrome.(Ogata, Ozaki)
Postero Superior Impingement. (internal
Impingement)
Bij vergrote
glenohumerale extensie
tijdens/in de abductie exorotatie posiitie (werppositie) kan impingement optreden aan de gewrichtszijde van de
supraspinatus insertie regio aan het tuberculum majus (soms ook van de
infraspinatus) en het labrum achter boven (posterosuperior)
zijde. Deze pathologie die in wezen berust op lichte hypermobiliteit zal in de
meeste gevallen als het om sporters gaat verholpen kunnen worden door een
reeving van het kapsel aan de voorzijde van het glh. gewricht. In sommige
gevallen kan een slechte (werp) techniek omgebogen worden zodat deze vorm van
impingement wordt beperkt. De IRRS test is een test die onderscheid zou kunnen
maken tussen een subacromial outlet impingement en een intra-articulaire
non-outlet impingement (internal impingement), zoals het postero superior
impingement is. Click hier voor verdere informatie over
deze test.